Ambassade van de Noordzee, Zitting 2: 17 april 2018. Locatie: Stroom, Den Haag. Griffier: Julia Kantelberg
INTRODUCTIE
De groep mensen die deze dag bijeen zijn gekomen worden geïnformeerd over wat er op dag 1 is besproken en besloten. Op de muur hangen nog steeds de dingen die een rol hebben in of verbonden zijn met de Noordzee. De mensen krijgen de optie om nog dingen toe te voegen aan de muur. Uit de vergadering van dag 1 zijn vijf dingen gekozen, namelijk:
- Kabeljauw
- Maan
- Olie
- Plankton
- Mens
De groep mensen wordt gevraagd zich te scharen achter één van deze dingen en een delegatie te vormen. De mensen kiezen hun plekken bij de pilaren. Men is geïntrigeerd door de keuze van de maan en vraagt zich af hoe de mensen van de dag ervoor daartoe zijn gekomen. Een ander mens legt de relevantie uit: de werking van de maan op de beweging in de zee, het overzicht van de maan, en de romantiek van de maan.
Er zijn maar twee mensen die zich achter de pilaar van ‘de mens’ scharen. Ook plankton kan wat extra steun gebruiken. De mensen wisselen nog wat en uiteindelijk zijn er ongeveer even grote delegaties gevormd van 3 à 4 mensen per ding. De delegaties zoeken ieder een rustige plek op met de opdracht om te werken aan moties namens het gekozen ding en om de achterban (of: het netwerk) van het ding in kaart te brengen. Men moet zich afvragen namens wie ze denken te kunnen spreken. Een motie kan begrepen worden als een wens, een gedachte, een idee of een claim namens het ding zelf, of namens de dingen in de achterban. De motie zal vervolgens worden uitgesproken aan de andere dingen in de Noordzee in de vergadering.
OVERLEG DELEGATIES (DUUR: 50 MIN)
Elke delegatie gaat aan het werk. Binnen de groep wordt er een voorzitter en vicevoorzitter aangewezen. De delegaties worden geacht te denken en spreken vanuit het ding. Daarnaast vertegenwoordigen zij ook de achterban van het ding, die kan bestaan uit de woorden/dingen op de muur of van de andere pilaren.
Iemand vraagt zich af waarom de mens ook als ding gezien wordt. Er wordt toegelicht dat ‘de dingen’ begrepen worden als iets wat invloed heeft en samen een netwerk vormen. Er bestaat dus geen onderscheid of hiërarchie tussen de dingen.
De delegaties verspreiden zich over de ruimtes bij Stroom en beginnen te overleggen.
KORT VERSLAG PER DELEGATIE:
- DELEGATIE OLIE
Olie wordt opgepompt uit de aarde. Je wordt als olie leeggezogen, in hele grote hoeveelheden, en uitgeput. Olie moet constant presteren, moet in een piek blijven in aanwezigheid. Hij krijgt geen rust. Olie krijgt geen pauze, geen tijd om zich opnieuw op te bouwen. Stel je voor dat olie muziekstuk zou zijn. Dan zou het een constante harde toon zijn: “BRAAAAAAAA”. De olie zou 200 jaar pauze moeten hebben wil het weer geluid kunnen maken. In principe is het oud gesteente; oud dood op elkaar gestapeld materiaal zoals fossielen.
- DELEGATIE MENS
De mens geeft aan de zee en de zee geeft aan de mens. De mens neemt van de zee en de zee neemt van de mens. In het kader van geven en nemen wordt de motie geformuleerd. De mens gebruikt de zee voor van alles, zoals energie en voedsel. Of kunnen we dat loslaten? We geven zo veel aan de zee als de zee aan ons geeft, dan is er een balans. Maar kan dit een motie zijn?
We kunnen opnoemen wat we krijgen en nemen van de zee. Wij zijn een bedreiging van de zee, maar de zee is ook een bedreiging voor ons. De zee kost ons geld maar levert ook geld op.
Wat geven we aan de zee? Dit is een pittige vraag: afval. Geven we wel goede dingen? Bescherming? Er zijn initiatieven en projecten die zich inzetten ten behoeve van de Noordzee. Zoals nieuwe oesters laten groeien en restauratieprojecten. Dat is natuurlijk wel restauratie van wat de mens eerst verziekt heeft. De mens geeft de zee nut, maar wel ten behoeve van de mens, bijvoorbeeld door het opwekken van energie op zee.
De zee kan wel zonder ons, maar wij niet zonder de zee. Dit moet misschien een uitgangspunt zijn. We moeten eigenlijk beginnen met: wat nemen we van de zee? Dit voelt wederom als een zware vraag voor de delegatie, maar de delegatie is bereid het gewoon te doen. De mens neemt energie, vis, en rust van de zee. Ook wordt de zee gebruikt voor transport, als inspiratie voor de kunst en als grens. Landen scheiden zich vaak af met behulp van de zee. Dit vindt de mens een wezenlijk nut.
- DELEGATIE MAAN
De maan is het ding dat het meeste overzicht heeft. Daar moeten we onze aandacht op blijven richten. De maan is de scheidsrechter misschien? Autonome positie? Ziet al het ondermaanse geschieden. Eb en vloed. De maan is ook de ‘timer’ van de Noordzee. Veel van die processen worden door de maan bepaald. Levenswandel van de vissen en vogels, de golfstromen. Is de maan de regisseur?
Namens wie zou je willen spreken en wat zeg je dan? Wat willen we zeggen namens de maan? Kunnen de Noordzee en maan zonder elkaar? Als het slecht gaat met de Noordzee, gaat het dan ook slecht met de maan? Ze hebben een relatie, een verhouding. Het is aan niemand gegeven om tussen die relatie te komen. De oudste relatie is tijd. Pas later kwamen de vissen en vogels. De mens is minuscuul in dit geheel. Omdat de maan is zo overkoepelend is, is het heel lastig om motie te schrijven. De maan komt even langs de Noordzee en verduistert dingen.
- DELEGATIE PLANKTON
Het is belangrijk voor plankton dat de stromingen niet ophouden met bewegen. Hoe beïnvloedt klimaatverandering deze stromingen? Wat zou je willen als je plankton bent? “Ik wil gezien, gehoord en erkend worden voor wat ik beteken voor alle dingen. En de complexiteit die ik in me heb. Waarom bestaat er maar 1 woord voor mij?”
Koraal wordt beschouwd als achterban van plankton. Koraal heeft belang bij volle maan omdat het zich dan massaal voortplant. De grootste orgies ter wereld vinden plaats tijdens volle maan. Plankton is veelvoud. Het moet met veel zijn, anders kan plankton niet overleven. De kans dat plankton een andere plant raakt moet wel aanwezig zijn. Dus er moet gezorgd worden dat plankton niet alleen achter blijft en niet onder zijn kritische grens komt. Plankton is esthetisch ook mooi.
Esthetiek is ook belangrijk voor de motie: plankton wil gezien worden. “Mens, kijk naar mij!” Dit zou ook voor de maan kunnen gelden. Schoonheid is belangrijk, maar vooral een oproep aan de mens. Door schoonheid kunnen de maan en plankton ontzag van mens krijgen.
Plankton kan ook een statement maken over zuurstof. Zonder zuurstof kan niets leven. Plankton wil ook vanuit meststoffen zoals kunstmest en poep spreken. Dit is onderdeel van de achterban. De dode plankton wordt olie. Plankton beseft zich dat hij ook de basis is voor olie, en dat er zonder plankton niets is. Plankton ziet zichzelf als de basis. Daarom kan plankton dreigementen formuleren. Plankton heeft het ultieme vetorecht. Als plankton niet goed verzorgd wordt, gaan alle andere dingen dood.
- DELEGATIE KABELJAUW
De kabeljauw wil zijn geboortegrond terug claimen. Wat als de kabeljauw beslist om niet meer de broeden? Dan heeft dat invloed op alles. Wat betekent de kabeljauw voor het geheel? Er bestaat de intrinsieke waarde van de kabeljauw als kabeljauw. Wat zou de kabeljauw vooropstellen? Welke relatie is het belangrijkst? Voornamelijk de habitat van de kabeljauw. De dingen die dichtbij de kabeljauw staan zijn zuurstof, voedsel, temperatuur en resonantie.
Hoe is de habitat van de kabeljauw veranderd? Waar hebben we behoefte aan als kabeljauw? De kabeljauw heeft zelf geen historisch perspectief. Toch voelt de kabeljauw zich minder gelukkig dan vroeger. Misschien heeft een kabeljauw geen tijdsbesef? Bewustzijn is omstreden. Het gaat om de cyclus: het weten wanneer je doorgeeft, dat is cruciaal aan de tijd.
PRESENTATIE MOTIES DELEGATIES EN OVERLEG (DUUR: 30 MIN)
De voorzitters en vicevoorzitters van elke delegatie komen samen om de moties aan elkaar te presenteren. Zij vertellen elkaar wat er daarvoor binnen de eigen delegatie besproken is. Elke vertegenwoordiger moet zoeken naar de kern van wat er gebeurd is in het gesprek. De voorzitters en vicevoorzitters spreken vanuit het ding dat ze vertegenwoordigen; zij nemen plaats in de kring.
Plankton wil gelijk een motie indienen. Plankton bestaat uit vele verschillende kleine onderdelen en dingen. Daarnaast voelt plankton zich naast alle andere dingen niet goed vertegenwoordigd, aangezien ze de enige onder de 20 cm zijn. Daarom stelt plankton voor dat de kabeljauw en de mens samengevoegd worden. De kabeljauw is het daar niet mee eens en vertelt dat binnen hun delegatie op een andere manier gepraat is, namelijk over ‘tijd’. Voor kabeljauw speelt de grootte geen rol, omdat er geen verschil in respect tussen de dingen bestaat. Daarnaast zijn er periodes waarin de kabeljauw ook heel klein is. De mens springt in en vertelt in samenspraak te willen gaan met de dingen voor ieders overleving.
De vicevoorzitter van olie vindt ‘grootte’ ook niet zo’n handige maatstaaf, en stelt ‘overleving’ voor als een betere categorie. “Wat betekent overleving precies voor jou olie?” vraagt kabeljauw. “Jullie worden allemaal olie als je maar lang genoeg wacht” antwoordt olie. Olie wil voornamelijk pleiten om een grote pauze te nemen. Momenteel zit er meer een stijgende lijn in de prestatiedruk voor olie, terwijl het een cyclus zou moeten zijn. Olie heeft een pauze moment nodig omdat ze op begint te raken. Er moet een pauze komen in het oppompen van olie. Kabeljauw vindt dat de olie niet per se ‘op raakt’, maar eerder op verschillende toegepaste manieren, gedaanten en vormen verspreid is over het land. Olie reageert en zegt graag weer samen te willen komen tot de originele vloeibare fase in de aarde. Olie vertelt ook in een identiteitscrisis terecht te zijn gekomen, omdat olie zo’n slechte naam heeft gekregen.
Plankton vraagt zich af wat we aan olie hebben? Maar kabeljauw ziet de motie van olie positief: iedereen zou tijdens een pauze even kunnen ademen. Kabeljauw heeft veel of geen moties geformuleerd, maar wil in ieder geval graag delen dat het netwerk waarin zij zich bevinden belangrijk is. “Als we elkaar leren kennen en weten wat van invloed is op elkaar, dan delen we de bewustwording met elkaar. Dit kan ons een stap verder brengen.” De kabeljauw wil graag zijn netwerk delen zodat er wellicht begrip komt voor de situatie waarin de dingen zich bevinden. Kabeljauw legt kaartjes in het midden van de kring en biedt de anderen aan meer over de kabeljauw te weten te komen. Bijvoorbeeld, wat zuurte met doet met kabeljauw.
Plankton haakt in en ziet toch het belang van een pauze inlassen niet zo. Plankton is totaal afhankelijk van stromingen en beweging in de zee, dus wil absoluut geen pauze. Wel ziet plankton waarde in het cyclische denken. Een pauze zou dan eventueel deel kunnen zijn van het cyclische, maar niet te lang. Plankton is geen eenheid, maar moet in al zijn complexiteit gerepresenteerd worden.
Dan begint de maan te spreken. De maan verbaast zich over het quasiwetenschappelijk gepraat van de anderen. De maan heeft haar achterban gemobiliseerd, en spreekt ook namens eb en vloed, de nacht, het getij, de wolken, de alpen, de rijn, en de 3 amfidromie punten in de Noordzee. Wat voor de maan belangrijk is, is de wederzijdse relatie tussen de maan en de Noordzee. Enerzijds is de maan zich ervan bewust dat de mens alles op haar projecteert wat de mens niet begrijpt. Er bestaat dus een bepaalde ‘illusie van het overzicht van de maan’. De maan is het projectievlak voor de mens; een tribune buiten de aarde waarop je een overzicht zou kunnen hebben. De maan stelt voor die illusie te behouden. Anderzijds kijkt de zee kijkt op naar de maan. Dit is een romantische, sentimentele en misschien ook boosaardige relatie. Plankton ziet het belang van de maan en vertelt hoe er een ware orgie plaatsvindt onder plankton bij volle maan. Plankton benadrukt daarnaast ook het perspectief vanuit de diepzee naar boven en klaagt dat het belang vaak niet wordt gezien vanuit ‘onder’.
Dan stelt plankton een kritische vraag aan de mens: “zijn jullie er klaar voor om even groot te zijn als alle andere dingen?” De mens antwoordt: “we gaan uit van een balans. We hebben als uitgangspunt om zo veel aan de zee te geven als te nemen. We willen voor ieders overleving in dialoog gaan. We zitten ermee dat veel van onze moties gaan over het nemen veilig te stellen. We restaureren en repareren wat we eerder kapot hebben gemaakt, maar wel zodat we zelf uiteindelijk kunnen blijven nemen. Zou er een vorm bestaan van verantwoord nemen?”
Plankton vraagt zich af wat de mens aan hen geeft? Er wordt gelachen. De mens geeft zijn angst en stress aan de zee. Ook geeft de mens land en levens aan de zee. Dit is niet altijd positief, maar het gaat voor de mens over het vinden van een balans met de dingen.
Olie heeft last van stres: “wat geeft u ons mens?” Olie en kabeljauw willen graag pauze van de mens. Kabeljauw wil vooral tijd en ruimte omdat zijn habitat wordt bedreigd door menselijke activiteiten. De kabeljauw maakt zich zorgen over zijn voortbestaan. Daarnaast vindt de kabeljauw woorden als ‘dialoog’ erg ingewikkeld. Plankton stelt voor dat de mens onderzoek gaat doen in de pauze tijd. Plankton vindt dat er veel onbegrip is en ziet onderzoek vanuit de mens naar de dingen een goede optie voor begrip.
Plankton heeft nu een hele directe vraag aan iedereen: “als de stromen in de zee gaan stoppen, dan kunnen we niet voortbestaan. Al het leven is daarvan afhankelijk. We hebben actie nodig hiervoor, claimt plankton. Geen pauze!” Daarom stelt plankton een nationale plankton dag voor. “Jullie moeten je eigen soort reguleren” vindt plankton van de mens. Kabeljauw sluit zich daar volledig bij aan en haalt inspiratie uit wat de maan heeft gezegd. De mens zou meer dankbaarheid moeten hebben. Daarop stelt de mens voor om een zeelied in plaats van een volkslied te introduceren. Hier wordt enthousiast op gereageerd. De kabeljauw heeft nog een verzoek: ze wil graag heiligverklaard worden.
De maan ziet dit gesprek maar handenwringend aan. De maan wil de lange duur introduceren. Mede namens de alpen, wil de maan deze lange tijd introduceren. De maan weet niet in hoeverre het lange duur besef tot de kabeljauw is doorgedrongen. Plankton denkt een middenweg te vinden voor zowel de maan als de kabeljauw in de cyclus, en stelt dat dit voor ieder ding belangrijk is. De maan vindt dat het over de lange duur in de toekomende tijd moet gaan. Daarnaast wil de maan inbrengen dat zij niet zal toestaan dat er ergens een pauze wordt ingelast.
Olie heeft inmiddels nagedacht over pauze of een rustmoment. Olie stelt voor om na te denken over de windmolen, zodat de mens zijn energiebehoefte even ergens anders vandaan kan halen. Olie heeft gemerkt dat de mens voor zichzelf wel pauzes en een sabbatical neemt, maar dat het de olie niet wordt gegund.
Mens zegt de eigen manier van leven wel te willen veranderen, maar niet te kunnen beloven in één keer alles om te gooien. De mens is het eens met de andere dingen dat er een evenwicht moet komen en belooft op zoek te gaan naar evenwicht waarin alle verschillende belangen tot hun recht komen.
MOTIES NA HET ETEN
De delegaties zijn gevraagd om na het eten terug te komen met een pleidooi van ieder 3 minuten. Dit pleidooi zullen ze tegen elkaar uitspreken en de hiermee de zitting afsluiten.
HET PLEIDOOI VAN DE MAAN
“Hier spreekt de maan. Mede namens het getij, eb maar ook vloed, mede namens de nacht en soms delen van de dag. Mede namens de keerzijde, alles erbuiten en alles eromheen: de Alpen, de Rijn, maar ook de laatste ijstijd en de drie amfidrome in de Noordzee. Mede namens de romantische en de zwaarmoedige.
Wij bieden. De maan voorziet in twee illusies. De illusie van het mysterie, dat van onder naar boven wordt geprojecteerd, en de illusie van het overzicht, dat van onder, via boven, naar onder wordt geprojecteerd. Wij bieden afstand en mogelijkheid tot reflectie. Blik en terugblik.
Wij vragen. De karakteristieke eigenschap van de maan jegens de Noordzee is zijn gekoesterde afstandelijkheid. Wij naderen nimmer. De maan is soeverein, als de zee. Het ondermaanse bestaat bij het bovenmaanse. Wat wij vragen is één ding: afstand. Dat is waar we goed in zijn.
Dankwoord: dank voor de hang naar het panopticale en naar mysterie voor het in stand houden van een oneindige en onzichtbare ruimte tussen zee en maan. In het theater van de zee is de maan de tribune. Dank voor uw aandacht. Spiegelt u aan mij. De maan voelt zich vereerd, narcistisch als zij is.”
HET PLEIDOOI VAN DE OLIE
“Wij olie, de motor van de mens, en de herinnering aan alles wat geleefd heeft, en aan alles dat ooit geleefd zal hebben. Zelfs de herinnering aan alles dat ook zonder olie geleefd heeft. Wij olie, opgepompt en burned-out, wij vragen om een retraite om tot ons zelf te komen, als ware wij de maan. Wij vragen die retraite aan de mens, om hier en nu, mindfull, en in stilte, te reflecteren op ons olie. Zoals men kijkt ook naar de maan, waar alles wat je nu ziet in feite ook gebeurd is.”
HET PLEIDOOI VAN PLANKTON
“Stik, stik, stik, stik, stik. Wij staan bovenaan en onderaan de voedselketen. Ook al zijn wij klein, wij zijn de insecten van de zee. Zonder ons, plankton, is er niks (behalve de maan misschien). Wij staan voor de weg die jullie niet kennen en een complexiteit die jullie nooit zullen begrijpen. Dit zouden we kunnen bepleiten, als plankton, maar we willen juist het tegenovergestelde bepleiten en op zoek gaan naar die verbindende factor. Wij willen een pleidooi houden voor de onzichtbaarheid en onzichtbare relatie die ons allen verbinden. En daarmee de onderlinge relaties tussen de dingen zichtbaar maken. We zijn het bijvoorbeeld met olie eens dat er een lange termijn visie nodig is voor klimaatverandering. Wij zijn net als olie een CO2 opslag. En wij worden olie als we sterven. De maan: wij neuken en masse met de volle maan, wij houden grote megalomane orgies onder de maanspiegel. Wij delen de mystiek, de illusie, de enige plek op de wereld die nog nooit ontdekt is en onbekend is. De diepe zee, dat is waar wij leven. Wij kijken naar die maan die wij ook niet kunnen zien. Wij delen een relatie die onzichtbaar is. Maar het mystieke en de kracht van de zeegoden schuilt in het plankton.
De mens en kabeljauw, we hebben jullie boven de 20cm categorie geschaard. Wij brengen zuurstof en nutriënten aan de mens en de kabeljauw. Voor de mens zijn wij esthetisch van grote waarde. Je zou dit zichtbaar moeten maken en ons door de microscoop moeten bekijken. Wij hebben een grote entertainment factor in die zin. Toerisme naar het koraal in de pauze. Die pauze is ook een ding dat we zouden kunnen delen. Wij zijn in staat, als plankton, om eigenlijk het meest populistische ding te zijn. Wij hebben namelijk de grootste achterban. Maar in dit tijdperk van versnippering van de politieke landschap van de dingen, en populisme an sich, is men blind voor de interrelatie tussen álle dingen. Dus wij willen eigenlijk pleiten voor een parlement voor de relaties van de dingen, niet voor een parlement van de dingen, maar een parlement waar de relaties tussen de dingen vertegenwoordigd worden. In plaats van elk ding an sich.”
HET PLEIDOOI VAN DE KABELJAUW
“Wij zijn de kabeljauw. Wij zijn weliswaar kabeljauw maar willen ons aansluiten bij de plankton want wij zien alles relationeel en inter-relationeel en in een cyclus. Daarbij is het van belang dat wij ons verplaatsen in de ander. Dat je niet vanuit je eigen ivoren toren kijkt en de ander benadert vanuit jouw visie en jouw eigenbelang, maar je daarin verplaatst en alles in een relatie ziet. Wij wilden ook de mens complimenteren: zij hadden het over verantwoord nemen. Zij stelden de vraag: wat kunnen wij voor jullie doen? Zij stelden een vraag naar de ander en zijn dus bereid om te luisteren naar waar de ander behoefte aan heeft.
Wij kwamen ook met het punt van heiligheid. Wij hopen dat dat goed is ontvangen. Wij zien onszelf als heilig, maar ook de ander als heilig en als gelijkwaardige. Het is onze vraag om de intrinsieke waarde in de ander te zien.
Tot slot willen wij onszelf als voorbeeld gebruiken om te laten zien dat alles onlosmakelijk met elkaar verbonden is. Als er in de omgeving of habitat waar de kabeljauw zich bevindt iets verandert, dan heeft dat meteen effect op het leven van de kabeljauw. De mens is er goed in om zichzelf daarbuiten te plaatsen en vanuit zijn torentje te kijken naar hoe de wereld verandert en hoe ze daarmee kunnen spelen. De mens zou zich weer terug moeten zien in de omgeving zodat ze kunnen zien dat zij ook afhankelijk zijn van ons.
Wij hopen dat dit perspectief bij jullie allemaal is doorgedrongen: de relaties zijn belangrijk en je moet je kunnen verplaatsen in de ander. Wij roepen jullie op om gewoon te zijn, en niet iets te willen zijn, en niet te dromen van iets wat je zou kunnen zijn. Maar wees gewoon wat je moet zijn. Nemen en geven zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden.”
HET PLEIDOOI VAN DE MENS
“In deze vergadering van gelijke lijkt het soms of de dingen behalve de mens zich afhankelijk maken van ons mensen. Maar wij zijn afhankelijk van jullie. Wij willen de dialoog zoeken en doorbreken dat dingen bij ons neergelegd worden zonder dat er ook een gesprek de andere kant op plaatsvindt. Wij zouden graag wat meer balans en respect zien. Wij pleiten voor een dialoog, balans en respect en wij zoeken wederzijdse afhankelijkheid en interesse. Dit gesprek gaat over iedereen en over onze interafhankelijkheid der dingen, waar andere dingen ook al over spraken.
Wij stellen voor: de coöperatie der dingen. Je redt jezelf en je redt de ander. Wie gaat met ons deze verbinden aan? Wie gaat met ons in zee? Groetjes de mens.”
REFLECTIE
De delegaties krijgen de ruimte om te reflecteren op wat er gezegd is.
Een mens uit de delegatie olie zegt zich echt als olie te voelen. Een ander mens uit de delegatie plankton vindt dat het best wat onderzoek vergt om je in te kunnen leven in het ding dat je bent. Eerst is er tijd nodig om jezelf goed neer te zetten en je territorium goed af te bakenen, waarna je ruimte hebt om de relaties tussen de dingen te proberen te zien. Eerst moet je duidelijk hebben wie je bent en waar je overlap hebt met andere partijen. Wanneer ga je het hebben over de interrelaties? Kabeljauw reageert en zegt zich niet te herkennen in de behoefte aan territorium afbakenen. Intuïtie is voor de kabeljauw genoeg. De olie en plankton hebben dat ook. De mens heeft dat eigenlijk ook, alleen de mens heeft er een heleboel bij bedacht. Daarom stelt de kabeljauw voor om terug te gaan naar het ‘oerprogramma’ en te kijken wat daar eigenlijk in geschreven staat en dit eens goed door te lezen. Een anders mens vult aan: “doorlezen na de laatste bladzijde.”
>opvallend is dat de mensen ook in de reflectie door blijven praten vanuit de dingen zelf<
Een mens uit de delegatie olie stelt dat eigenlijk alles uit alles bestaat; dat alle dingen hybriden zijn. Daarom is het lastig om af te bakenen wie je bent, omdat je als het ware groter bent dan de grenzen van je lichaam.
Er wordt gevraagd of de mensen iets hebben geleerd over de manieren waarop de Noordzee vertegenwoordigd kan worden. Moet dat via andere wegen? Waar hou je op met jezelf definiëren en begin je te kijken naar de relaties waarin je bestaat?
Ander mens vindt dat je vanuit het relationele zou moeten beginnen. Het is dan wel lastig om doelmatigheid voor de mens in het relationele denken te brengen. Toch denkt een ander mens dat als je relatie goed zou definiëren, dat je daar toch veel mee zou kunnen. De relatie tussen kabeljauw en plankton bijvoorbeeld: als je die relatie onderzoekt, wat best een pittige relatie is omdat de kabeljauw plankton eet, dan kan je het gaan hebben over de tussengebieden. Je ontdekt waar je in elkaars territorium zit. Dit maakt het politiek.
Met gezonde relaties tussen de dingen ontstaan kwaliteiten zoals schoonheid, mysterie, gezondheid. Dit zouden mijlpalen kunnen gaan zijn. kwaliteiten als leefbaarheid, zwembaarheid en drinkbaarheid zijn belangrijk. Met behulp van deze indicatoren krijgen de relaties meer zichtbaarheid, en daarmee gaan de specifieke dingen die eraan ten grondslag liggen en meer toe doen. Nu gaat ons denken zo in op de zelfstandige naamwoorden en op de dingen, terwijl “belonging together”, het wezenlijke, het feit dat we er allemaal zijn, zou kunnen dienen als manier waarop alle dingen het met elkaar primair kunnen vinden. Maar hoe ga je dit zien? Daarna zou je de mijlpalen of indicatoren specifiek kunnen gaan maken en daarnaartoe navigeren met z’n alle. De vraag is: gaan we hiernaar toe of gaan we hiervan af?
Uit het pleidooi en het mensbeeld van de maan is er ook een mate van terughoudendheid die de maan bepleit. Dit is niet een alledaags activisme. Mens uit delegatie maan vind de zitting van vandaag inspirerender dan de zitting van de dag ervoor omdat er vandaag gepraat wordt zoals in een parlement. Het gaat om ‘parler’; het spreken met elkaar. De maan is huiverig om één of andere conclusie aan de Tweede Kamer te presenteren, omdat de maan bang is dat het gesprek dan is afgelopen. Deze overweging wordt begrepen door de anderen.
Een mens uit de delegatie kabeljauw wil graag nog een laatste gedachte-experiment delen. Stel dat er kabeljauw TV zou zijn, wat zou er dan te zien zijn? Wat zou er belangrijk zijn voor de kabeljauw? Wat zou er in olie of plankton nieuws te zien zijn?