Notulen zitting #3

Zitting 3: 26 april 2018, locatie: Stroom, Den Haag. Griffier: Anne-Mieke van Strien

16:00-16:45 INTRODUCTIE

Vandaag nemen tien mensen deel aan de zitting. Welkom aan de dingen, aan de mensen, aan jullie gedachten en gevoelens. Welkom aan jullie als beleidsmakers. Na een korte samenvatting van de voorgaande zittingen, wordt het programma van de derde zitting toegelicht: vandaag zal gewerkt worden aan ‘architectuur’ van het pleidooi van de Noordzee. Door in twee werkgroepen uiteen te gaan, zal er dieper worden ingegaan op het ‘proces-‘ en ‘principe-‘ aspect van het schrijven van het pleidooi. Welke stappen dienen nog ondernomen te worden en welke inhoudelijke (principe) aspecten (van de dingen) zijn daarin belangrijk? De opdracht wordt aanvaard.

Er is vervolgens ruim 30 minuten de tijd om de notulen van de eerste en tweede zitting door te lezen en vragen te stellen. Uiteindelijk gaat de groep uiteen in twee werkgroepen om te overleggen en invulling te geven aan hun opdracht.

16:45-18:00 IN GROEPJES UITEE

WERKGROEP 1: PRINCIPES

Algemeen: Aan de werkgroep principes werd gevraagd om zich al beleidmakers te verhouden tot de vijf politieke vertegenwoordigers van de Noordzee. Welke principes zijn van belang om terug te laten komen in een pleidooi?

Verloop: Deze werkgroep is te werk gegaan door de moties van de vijf dingen precies te herlezen en daar centrale principes uit te halen. Echter bleek het lastig om op metaniveau principes te stellen: in hoeverre kan je als menselijke beleidsmakers écht algemene principes concretiseren? Hoe denk je als mens voor een ding? Kan je wel een gehele groep representeren?

Tijdens dit proces werden er tevens slordigheden en tegenstrijdigheden ontdekt in de pleidooien en af en toe herschreven. Verschillende kernwoorden worden teruggehaald op basis van de notulen. De vijf dingen worden geduid in karakters met elk hun eigen kernprincipes. Er wordt opzoek gegaan naar een gemene deler: is er een aspect dat alle vijf de dingen bindt? En laten we elke fractie spreken binnen het pleidooi?

Opnieuw wordt duidelijk dat de massa zich niet gezien, gehoord en gevoeld voelt en dat dátmisschien wel het allerbelangrijkste punt zal moeten zijn: de dingen en hun onzichtbare relaties zichtbaar maken. De verborgenheid als kracht gebruiken! En is het wel zo onzichtbaar als dat we denken? Sluit de mens niet bewust zijn ogen om zo niet de schoonheid te hoeven zien en zich niet aan te hoeven passen?

Geloofwaardigheid van het pleidooi was een aspect wat keer op keer terug kwam: wanneer is een pleidooi geloofwaardig en succesvol?

Dat principes en proces zijn met elkaar verbonden, dus ook in deze werkgroep wordt uitgeweken naar procesmatige aspecten, bijvoorbeeld in hoe dit pleidooi uiteindelijk zal worden gepresenteerd: stop je het in een feitelijk jasje? Of ga je meer vanuit een gevoel te werk in de hoop de ander daar ook mee te raken? Er wordt gespeculeerd over een delegatie van een groep mensen met gemengde achtergrond: expertises op verschillende vlakken.

Verwachtingen van het pleidooi werden ook onderzocht. Moet het eigenlijk wel een politiek pleidooi worden? Of neigen we toch meer naar een manifest? En moeten er niet bepaalde randvoorwaarden worden opgesteld van waaruit je het gesprek aan gaat? Welke waarden/houdingen neem je mee? Welke laat je thuis? Bescheidenheid… nieuwsgierigheid… ijdelheid…

WERKGROEP 2: PROCES

Algemeen: Aan de werkgroep proces werd gevraagd om zich als beleidsmakers te verhouden tot de procesmatige kant van het schrijven van een pleidooi en alles wat daarbij komt kijken. Hoe kunnen andere ideeën, organisaties e.d. betrokken raken bij het Parlement der Dingen? Maar ook inhoudelijk: Hoe en waar kan er op zoek worden gegaan naar ideeën, mensen, gedachtes en zittingen?

Verloop: Verschillende vragen worden gesteld tijdens het gesprek: Wat is het doel? Is dat er wel? Voor wie? Wie zijn wij? (Wat maakt Het Parlement der Dingen uniek? Wat is onze aard?) Namens wie? Aan wie en waarom pas je je aan? Waarom? Welke stappen moeten er genomen worden?

Doel van de Ambassade: Dat er wordt nagedacht over hoe wij, mensen, ons  verhouden tot de zee, of we deze houding willen veranderen, zo ja: hoe? Er blijkt een verlangen te zijn naar het vinden van een publiek, maar dit publiek hoeft niet persee politiek te zijn, juist groter dan dat! Geeft ook meer draagvlak.

Naast het doel wordt er ook gespeculeerd over de vorm van het uitdragen van een boodschap. Is een pleidooi wel de manier om een boodschap over te brengen? Ook theater-vormen worden geopperd als optie.

Dan de procesvraag: hoe? Hoe maak je de stap van dat wat ‘hier’ gebeurd naar dat wat ‘daar’ gebeurd? Er is een gat: waarom en wat is dat gat? Als eerste wordt taal genoemd: er dient in dezelfde taal te worden gesproken te kunnen communiceren en elkaar te begrijpen. Maar ook : hoe overtuig je? Pas je jezelf aan, aan wie je je presenteert? En wat lever je daarvoor in? Er wordt in het Parlement der Dingen vanuit een gevoel gewerkt waarin het aspect van ‘vrij denken’ en ‘empathie’ centraal staat, past sluit dit wel aan bij de ambtelijke politiek. Dus opnieuw: zijn zij het wel tot wie wij ons moeten richten?

Het blijkt lastig te zijn om concrete stappen vast te leggen die genomen moeten/kunnen worden

18:00-19:00 ETEN & CONCRETISEREN

Tijdens het eten wordt aan beide werkgroepen gevraagd om een betoog te schrijven van 3-5 minuten wat vervolgens door een representant van de groep aan de andere toehoorders gepresenteerd kan worden. In dit gesprek zullen ook de 5 dingen gerepresenteerd worden en is er de  mogelijkheid om ook met hun in gesprek te gaan.

19:00-19:30:  ZITTING #3: GESPREK TUSSEN DE BELEIDSMAKERS & DE DINGEN

Voor alle vijf de dingen (maan, olie, plankton, mens, kabeljauw) wordt een vertegenwoordiger gezocht.  Je kan: zwijgen, spreken, vragen stellen. De anderen mogen ook de kring in stappen als ding of als beleidsmaker. Je kan ook namens een ander ding meepraten. Voordat je spreekt, dien je je voor te stellen namens wie of wat je spreekt. Er is geen voorzitter, de zitting duurt 30 minuten en zal worden opgenomen.

Tijdens het verloop van het gesprek bleek dat het niet helemaal duidelijk was wat de opzet van het gesprek was. Er ontstond een vrij ‘open gesprek’ waarbij men vanuit zijn/haar eigen achtergrond/achterband sprak over een stelling. Iedereen leefde zich er in in zijn/haar rol waardoor er wel een interessant gesprek ontstond. Dit was echter vorige week al gedaan bij de tweede zitting. Tijdens de ‘reflectie’ bleek dat het anders aangepakt had moeten worden, bijvoorbeeld 4 minuten spreektijd voor de beleidsmaker van ‘principes’, gevolgd door 4 minuten spreektijd voor de beleidsmaker van ‘proces’ en dán pas reageren.

De beleidsmaker van de werkgroep principe begint:

“Ieder ding heeft een bepaalde rol of kwaliteit. Zo is de maan een realist, een herinnering en archief van de zee, ziet alles vanuit een helikopter-perspectief.

Maan: soms sta ik veelste ver van de aarde om alles te begrijpen, maar ik ben wel heel nieuwsgierig. Ik wil het graag weten.

Principe: Dat is interessant voor ons! Is een nieuwe blik, fris, handig voor ons.

De mens is een idealist, soms naïef, maar idealist.

Mens: Ik weet niet wat ik daar van vind. Kan je dat toelichten?

Principe: Kan ik niet heel diep op in gaan, maar de mens doet zijn best om het goed te doen, niet alleen voor zichzelf, maar ook voor de ander en is daardoor soms ook wat naief. En kan daardoor soms destructief zijn.

Mens: Dat is vleiend.

Kabeljauw: Ik vind de mens niet idealistisch, want ik word gegeten door de mens. Ik vind de mens eerder egoïstisch

Principe: Wij vinden jou, kabeljauw, spiritueel, zelfs in kleine letters: paus?

Kabeljauw; Nou… als paus vind ik te ver gaan, maar spiritueel…. Ik vind dat alle dingen spiritueel zijn. Is niet alleen weggelegd voor mij als kabeljauw.

Olie: Ik ben niet spiritueel, ik ben al jaren dood en opgeslagen in de aardbol.

Proces: Jij brengt toch dingen tot leven? Jij brengt dingen in gang.

Principe: olie, wij vinden jou dan ook meer introvert, maar kan wel tot eruptie komen.

Olie: Nou, dat is voor de mens misschien…

Maan: wat zeggen deze rollen, moeten wij zo blijven?

Principe: Nou… dat is het precies. Het is dan voor ons, mensen, wat behapbaarder. Om het te bevatten. Het is de rol in het pleidooi.

Proces:

Maan, wij vinden jou interessant en willen deze visie met andere mensen delen, op verschillende plekken dingen delen en voor te dragen.

Wat hebben andere mensen hieraan?

Proces: Die worden ook enthousiast

Mens: Rollen verwisselen toch ook? Hoe gaan we daar mee om?

Olie: Misschien wil ik dat helemaal niet.

Kabeljauw: Misschien kan dat inspireren

(…..)

(vraag aan de mens)àMens: Er is een schuldgevoel, en daardoor ook een verwarring over hoe ik daar mee om moet gaan. Hoe deel ik dit ? Hoe ga ik hier mee om?

Maan: ik was ooit deel van de aarde, alleen weten we dat niet meer.

Principe: Plankton jullie zijn de vakbond van de oceaan. Jullie staan voor de kleine man, zichtbaar en onzichtbaar in de oceaan. Ik merk dat er een soort van vragen zijn van ‘Hoe?’ hoe brengen wij dit? Wat is het startpunt?

We willen een “code of conduct”. Daar dien je je aan te houden om zo geloofwaardig te zijn. Geloofwaardigheid is belangrijk (… *noemt een aantal punten* àmet name de verbeeldingskracht).

TOEVOEGING extern proces: De vijf dingen zouden een missie moeten hebben. àPlankton: mijn missie, mijn doel in dit pleidooi, onze missie als plankton is: het kader waarbinnen wij vallen niet op te delen in allerlei soorten individuen, maar wij willen de stemmen van de plankton laten gelden als groep. Als groep als een motor van de onderste laag van de samenleving, voedselketen. Hoe breng je dit naar de mens? Niet als individu, maar om de verbinding tussen alle verschillende onderdelen, om daar de nadruk op te leggen.

Mens: Ik moet veel meer onderzoek doen naar de ‘werkelijkheid’ van de zee.

Olie: Ho! Wat gaan jullie doen als jullie meer weten? Jullie brengen meer schade toe hoe meer jullie weten…

Principe: Maar de mens is toch zich meer bewust geworden van dat wat er gaande is? Ook de schade…

Olie: Ik wil met rust gelaten worden!! Niemand wil opgegraven worden als ze dood zijn.

Plankton: Ik wil eten en gegeten worden. Jij bent de basis van de hele zee.

Maan: Ik heb jou nog nooit gezien, je bent onzichtbaar.

Plankton: Nee hoor, af en toe ben ik zichtbaar.

Maan: Jouw verassing is zo interessant.

Plankton: Ja als ik onder een microscoop lig. Maar ik ben niet een.

Kabeljauw: Wij vinden het fijn met onze vissen, maar zijn wel anders onderling. Maar want ons bindt is dat we met rust gelaten willen worden.

 

INTERMEZZO: Vraag: Kan jullie werk nu wel gepresenteerd worden?

àProces: Ja, wij als mensen zitten misschien te dicht op jullie.

Vraag: Wat gaat de ambassade doen? In welke vorm worden de dingen gerepresenteerd?

àProces: weet ik niet.

In de principes?

Principes: Ieder representeert zichzelf. Maar al die objecten zijn verbonden. Het is interessant om te zien waar de raakvlakken zitten, wat is de verbondenheid. Wat zijn jullie gezamenlijke belangen?

Olie: dat we (mis)gebruikt worden.

Mens: De mens zit ook in bepaalde patronen vast. Beleidsmatige patronen e.d  en daar kan je niet zomaar uit los komen, en als je dat wil gaat daar tijd overheen. Verandering kan niet 1,2,3.

Principe: Wij pleiten dan ook voor een lange termijn visie. Waar kan je heen?

Mens: Ben ik het wel mee-eens. Maar ik maak mij zorgen over de dingen waar ik afhankelijk van ben, hoe kan ik dan overleven?

Principe: ben je bereid te veranderen?

Mens: Ja, maar dat is afhankelijk van de prijs die ik moet betalen. Een visser is ook een mens: hoe moet ik wonen? Geld verdienen? Mijn kinderen groot brengen?

Kabeljauw: Dat heb ik ook?

Mens: Wil ik ook, maar hoe?

 

INTERMEZZO: We zoomen in. We moeten even uitzoomen, We werken toe naar een pleidooi. Wat is er nodig: procesmatig en in voorwaarden/principes, om dit pleidooi vorm te geven. Is het duidelijk wat het pleidooi is? (nee)

àPlankton: Het voelt te veel als een open gesprek.

 

  1. Principes: Wat zijn principes? De waarden en voorwaarden vanwaaruit het pleidooi kan worden vorm gegeven. Visueel gemaakt van een grid. Principes en waarden op 3 niveaus aangestuurd worden: 5 dingen. 1: overkoepelende principes.

 

EINDE ZITTING: 30 minuten voorbij.

19:40-20:00 REFLECTIE

Aangezien het gesprek uiteindelijk iets anders verliep dat gedacht, kwamen de twee werkgroepen nog even samen om na te bespreken: Wat had er anders gemoeten? Wat waren de voorbereidde punten van de twee werkgroepen?

De werkgroep ‘principes’ kwam met de volgende punten, gedachtes en ideeën:

  1. Geloofwaardigheidis belangrijk:
    1. Tegenstrijdigheden eruit halen, fouten, feiten checken.
    2. Projectie & interpretatie: als de groep wisselt, hoe blijf je dan geloofwaardig en wie neemt er verantwoordelijkheid
    3. Oudere moties afgelopen. En per groep bestempeld met een eigenschap. Moeten we niet een gemeenschappelijk punt vinden en dat uitwerken.
  2. Je moet in mensentaalspreken, want hen moet je overtuigen:
    1. Wat is je strategie?
    2. Wanneer raak je de mensen?
    3. De kracht van poëzie, het bewustzijn van raken.
    4. Juist door de andere perspectieven mee te nemen doe je nieuwe ideeën op en inzichten.

iii.     Onderbouwt met theorieën en feiten.

  1. Wees feitelijk, zorgvuldig en poëtisch, richt je op de mensheid, denk in de lange termijn.
  2. Idee om een ritueeldoor te gaan door je ‘ik’ en je ijdelheid achter je te laten
  3. Visueel maken van de drie niveaus
  4. IJdelheid en persoonlijkheid
    1. Er was een tendens om tegen te spreken wat er al stond vanuit de menselijke nieuwsgierigheid en ijdelheid om te laten zien dat jij ook ideeën hebt. Dit moeten we voorkomen, je moet verder.
    2. Code of conduct:wees een ding, zonder dat je daar je persoonlijkheid in mee neemt
    3. Transparantie, afhankelijkheid, aansprakelijkheid

Er wordt open nagedacht over hoe-nu-verder en wat de invulling zou zijn van deze principes. Beaamd wordt de toegevoegde waarde van het inleven in de ander.  Ga verder dan het ‘idee’, want dan ontloop je de aansprakelijkheid. Tevens moeten we de geloofwaardigheid niet ondermijnen.  Begrijp de transparantie: WIE is de STEM? Onderbouwing van experts, maar de stem is krachtiger en groter.

Wat is de toon van het pleidooi? Wie of wat is de ambassade? En wat draagt het uit? Is het een plek? Een gevoel? Een idee? Een manifestatie? Een collectief? Zodoende ontstaan er vrije gedachtes over wat een ambassade eigenlijk is en waartoe het dient. Vervolgens komt de werkgroep proces aan het woord en delen hun ideeën en gedachtes van de dag:

  1. Er is geen einde, het is gaande en blijft gaande, moet blijven inspireren. Niet toewerken naar een bepaald resultaat, maar zich toont in verschillende projecten/instanties in de samenleving.
  1. Moet het pleidooi wel zo politiek zijn als dat we denken? Minder politiek? Als het heel politiek wordt, dan eindig je daar ook in. Het is juist de verbeelding: doen alsof je het bent maar er niet in meegaan.
    1. Er is een gat tussen wat ‘hier’ en ‘daar’ gebeurd. Als je naar de ambtelijkheid toe beweegt, lever je in. Zij moeten misschien wel bij ons aanschuiven, een andere manier van denken onderzoeken, dat is juist de kracht van dit experimentele denken. Je blijft zo dichter bij deze vorm en de integriteit van het proces en de ambassade.
    2. Zowel dat waar de ambassade voor staat als de ambassade zelf kan blijven bewegen. Zoals een reis belangrijk is, en niet alleen het doel. Er wordt gespeculeerd over een ambassade op een boot of vliegtuig?
    3. Symbolisch verbonden aan de Noordzee?
    4. Is de ambassade een plek, of een reizende plek?
    5. Moeten we überhaupt wel een pleidooi houden de 29e? Wat is het handelingsperspectief? Welk verhaal willen we vertellen?

20:00: AFSLUITING

 

 

 

Spread the word

Categories
Field
Latour

Cookies

We use cookies to analyize and improve your experience.